Ervaringsverhalen van anderen uit de Care4Neo Community kunnen je herkenning bieden, realiteit en hoop.
Verhaal van een NICU verpleegkundige
Verhaal van een NICU verpleegkundige
Dit is het verhaal van een verpleegkundige, werkzaam op een NICU. Zij beschrijft haar drie verschillende diensten overdag, in de avond en de nachtdienst. Wat betekent “samen zorgen” voor haar?
De dagdienst
Mijn kinderen zullen nu gaan opstaan, terwijl ik de eerste meters van de kelder van het ziekenhuis betreedt. Mijn eeuwenoude schuldgevoel glijdt met het uit trekken van de snel bijeengeraapte kleding weer van mij af, ze worden goed door papa verzorgd. Bij het dichtknopen van mijn uniform dwalen mijn gedachten al naar de kinderen heel wat verdiepingen boven mij.
Bij het betreden van de steriele omgeving van de afdeling laat ik de drukte van de nog te beginnen dag en het zoemen van de stad achter mij. Ik zorg dat ik gefocust ben. Bij de couveuse achter de schermen staat een bed, de moeder kwetsbaar en bloot wordt toegedekt terwijl ze haar kindje voor het eerst op haar borst ontvangt en hem bijna niet durft aan te raken. Haar partner vergeet foto’s te maken terwijl de verpleegkundige hem zachtjes toe fluistert dat hij ook op het knopje van de camera moet drukken. Ik schiet te hulp en neem het eigenlijk over zonder dat hij mij kent. Hij laat het toe, ga maar naar je kindje zeg ik en noem het kind bij zijn naam. Samen met mijn collega zorgen we voor een klein beetje privacy voor de ouders. Hun zachte gehuil wordt overstemd door de vele piepjes van monitoren, ingelopen infusen en beademingsmachines die zijn aangesloten op onze kwetsbare patiënten.
Achterin de zaal klinkt gelach ook hier vallen tranen samen met een ongemakkelijke hand die eindigt in een dankbare omhelzing. De ouders lopen achter hun kindje aan terwijl de ambulance medewerkers de zware transportcouveuse langs de couveuses duwt, de afdeling af en naar buiten, ze zwaaien nog even en bij het sluiten van de deur hoor ik ze zeggen: bedankt voor de goede zorgen.
De avonddienst
Terwijl ik de lange gang bewandel van de kelder van het ziekenhuis op weg naar de kleedkamer, ga ik mijn stappen thuis na: heb ik nou het gas uitgezet nadat ik het eten voor mijn gezin heb klaargemaakt? Zorgen voor later, het komt vast goed thuis. Bij elke knoop die ik dicht doe van mijn uniform probeer ik mijn gedachten te verzetten. Als een vast geroest ritueel waar ik niet van af wil, maak ik mij klaar: uniform, pasje, naambordje, veters los. Altijd los en pas vast als ik boven ben. Bijgeloof.
Terwijl de deur open zoeft zie ik een moeder bij haar kindje staan samen met haar partner. Samen zijn ze hun zoon aan het verzorgen met de verpleegkundige. Ik bewonder hun kracht: de een zo snel op de been na haar keizersnede en de ander die een paar dagen geleden alleen nog naar de monitor durfde te staren en nu zachtjes de luier dicht vouwt, de draadjes goed legt en vragend kijkt ter bevestiging of het zo wel goed is. De moeder legt haar hand er bij, ja het is goed zo kijk maar hij slaapt al bijna. Samen lopen ze van de afdeling om visite te ontvangen, met de arts te praten en de volgende ronde te kolven zodat er straks genoeg melk is voor hun zoon.
Nachtdienst
Ik neem een laatste teug van de frisse lucht die deze avond om mijn hoofd waait. De straten zijn verlaten, de trambanen zijn leeg, een stille ambulance rijdt rustig de garage bij de eerste hulp uit. En terwijl de wereld in slaap valt, ben ik wakker en bewust van dat wat komen gaat. Ik maak mij zorgen om mijn patiënt terwijl ik nog niet eens ben begonnen aan mij dienst. Ik kom soms moeilijk los van mijn gedachten van de vorige. Hoe zou het nu zijn? Hebben ouders kunnen buidelen? Kunnen eten? Kunnen slapen?
De afdeling is vol, de lichten nog aan. Ik tel de witte jassen om het bed, het zijn er 9. Twee mensen, in burger, staan aan de zijkant onbedoeld achteraan. De afdeling lijkt wel een mierenhoop waarin ouders zich zelf verliezen. Ik neem ze mee aan de hand, het is goed kom maar, ik help je, ik ben hier. De arts knikt ons toe: kom maar. Twijfelende gezichten zoals bij de eerste ontmoeting.
Samen plaatsen we hun handen op hun kindje, het is goed je kan het niet verkeerd doen, jullie zijn zijn ouders, hij heeft jullie nodig. En terwijl ik alles klaar maak voor een laatste buidelsessie zie ik mij collega’s stilzwijgend hun taken uit voeren, de lichten dimmen en proberen alle alarmen zo stil mogelijk te houden. Even lijkt in alle hectiek de stilte te overheersen. Ik ruik de zoete geur van mijn eigen bodylotion, zouden ouders dat merken? Ik ben zo dichtbij, ik kom zo dichtbij, ik ben samen met ouders, samen met hun verdriet, samen met hun kindje.
De nacht wordt dag, de zon komt op. De eerste zonnestralen vallen op het lege plekje op de anders zo volle afdeling. Het ziekenhuis komt weer in beweging, personeel snelt zich naar de juiste afdeling, bedden worden gereinigd, patiënten vervoerd voor een onderzoek of operatie, labmateriaal opgehaald. Net terwijl ik naar huis wil gaan, hoor ik mijn naam. Ik kijk om en zie twee stralende mensen met een kleine maar goed gevulde baby in hun armen: ze zijn sinds twee weken thuis en ze wilden mij samen bedanken voor de goede zorgen...