Buidelen
Een speciale vorm van lichamelijk contact is het zogeheten buidelen of kangoeroeën. Dat is wanneer je volledig huid-op-huid contact maakt met je baby door je alleen in luier geklede baby op jouw ontblote borst vast te houden.
Voor (extreem) te vroeg geboren baby's mag buidelen worden beschouwd als een van de beste medicijnen. Baby's die minimaal vier uur per dag lichamelijk contact hebben met hun ouders, zijn veel rustiger en huilen minder. Dit komt doordat het lichaamscontact de aanmaak van oxytocine stimuleert. Dit wordt ook wel het knuffelhormoon of gelukshormoon genoemd.
Uit onderzoek blijkt het lichaamscontact ook goed te zijn voor de hersenontwikkeling van je kind. Lichaamscontact helpt de aanleg van nieuwe verbindingen tussen de hersencellen, en remt stressgevoelens zodat de babyhersenen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door de geborgenheid die baby’s ervaren tijdens het buidelen worden de hartslag, de ademhaling en de temperatuur van een baby stabieler, het bespaart dus veel energie.
Ook is door lichamelijk contact met je baby de afgifte van het groeihormoon hoger, wat de groei van je baby stimuleert. Veel lichaamscontact hebben met je baby is ook goed voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van je baby. Hoe vaker en hoe langer je kan en wil buidelen, hoe beter. Juist als je baby moe is, is (lang) buidelen de beste manier om aan te sterken. Tijdens buidelen kan je baby het makkelijkst in diepe slaap komen en blijven. Als je baby ouder wordt blijft buidelen een heel fijn rustmoment voor jou en je kind, maar later kan buidelen ook geëvenaard worden door allerlei andere momenten, zoals momenten van borstvoeding, in bad, of in draagdoek.
Hoe kun je buidelen? Kijk deze video
Houding bij buidelen
Tijdens het buidelen ligt je baby op zijn buik of zij tegen je blote borst. Samen liggen jullie niet plat, maar in een hoek, zodat de baby een beetje rechtop ligt. Je baby's armen zijn veelal gebogen met de handen in de buurt van het gezicht en de benen opgetrokken in een gebogen houding die de baby goed kent vanuit de baarmoeder. Je kan je baby ondersteunen met een hand op de rug en een hand onder de billen. Eventueel kan je tijdens het buidelen ook zachtjes zingen of iets voorlezen aan je baby. Je vertrouwde stem zal hem rustig maken.
Het verplaatsen van je baby van en naar de couveuse kost voor je baby altijd wat energie. Daarom zijn erg korte buidelmomenten (minder dan een uur) niet altijd wenselijk. Echter, door het overtillen heel rustig te doen en zoveel mogelijk op gelijke hoogte, kan je er ook voor zorgen dat ook de verplaatsing zo min mogelijk belastend is. Vraag aan de verpleegkundige om je hier in het begin mee te helpen, zodat je er steeds handiger in wordt en je het snel zelf kan. Zorg daarnaast voor schone kleding en probeer te voorkomen dat je vooraf gerookt hebt. Ook is het advies om geen parfum, aftershave of zeep met een geur te gebruiken.
Veel ouders beschrijven de opname van hun baby als een emotionele achtbaan. Je komt in een onbekende wereld met nieuwe gezichten en termen. Als ouder heb je misschien veel vragen over de zorg voor je baby en voel je je onzeker. Je vraagt je misschien af wat goede zorg precies inhoudt en wat je kunt verwachten van de zorgprofessionals. En wat je zelf kunt doen om je kind te ondersteunen. Hieronder vind je informatie over wat je als ouder allemaal kan doen voor je baby op de NICU.
In je zwangerschap praatte je waarschijnlijk al tegen je baby, en streelde je je (partners) buik. Min of meer onbewust was je al bezig een band met je baby op te bouwen. Zolang je baby in het ziekenhuis ligt, heeft hij te maken met veel verschillende zorgverleners en prikkels. Dat kan een goede hechting lastiger maken, daarom is er op de afdeling veel aandacht voor hechting. Lichamelijk contact wordt gestimuleerd en je krijgt uitleg over de signalen die je baby laat zien, zodat je daar goed op kunt reageren. Door steeds op dezelfde manier op de signalen van je kind te reageren, word je voorspelbaar voor je baby. Dat is heel belangrijk, nu en voor de rest van zijn leven. In de eerste weken zet je baby met je hulp een belangrijke stap bij het opbouwen van vertrouwen in zichzelf ('Ik kan laten merken wat ik nodig heb') en in zijn ouders ('Ze begrijpen me en zorgen voor me').
Naast aanwezigheid en verbaal contact is lichamelijk contact met je baby heel belangrijk. Alle contactmomenten samen bevestigen voor hem dat jij degene bent bij wie hij echt hoort. Je baby herkent bijvoorbeeld je geur en je stem. Aanwezigheid en contactmomenten zijn ook voor jou heel belangrijk. Je leert elkaar steeds beter kennen en ook nu al steeds beter begrijpen. Zo zien veel ouders snel welke houding hun baby prettig vindt. Ernstig premature baby’s huilen vaak nog zonder geluid, maar je ziet wel spanning of verdriet op hun gezicht bij ongemak of pijn. Je kunt je baby dan troosten met je stem, een aanraking of huid-op-huid-contact. Leg bijvoorbeeld je warme hand op zijn billen, zijn buik, op zijn hoofd of tegen zijn voeten. Praat ondertussen op een zachte toon of zing een liedje. Je baby zal er rustig van worden. Probeer aan te voelen wat je baby aankan en wat hij nodig heeft. Door goed naar hem te kijken leer je signalen in zijn gedrag herkennen. Zo kun je je eigen reacties daarbij laten aansluiten en dat is hechting.
Lichamelijk contact tussen jou en je baby is van groot belang, zowel voor de groei en ontwikkeling van je baby als voor het verder opbouwen van een band met elkaar. Het geeft een gevoel van veiligheid en verbondenheid. Een speciale vorm van lichamelijk contact is het zogeheten buidelen of kangoeroeën. Dat is wanneer je volledig huid-op-huid contact maakt met je baby door je alleen in luier geklede baby op jouw ontblote borst vast te houden. Voor (extreem) te vroeg geboren baby's mag buidelen worden beschouwd als een van de beste medicijnen. Baby's die minimaal vier uur per dag lichamelijk contact hebben met hun ouders, zijn veel rustiger en huilen minder. Dit komt doordat het lichaamscontact de aanmaak van oxytocine stimuleert. Dit wordt ook wel het knuffelhormoon of gelukshormoon genoemd. Uit onderzoek blijkt het lichaamscontact ook goed te zijn voor de hersenontwikkeling van je kind. Lichaamscontact helpt de aanleg van nieuwe verbindingen tussen de hersencellen, en remt stressgevoelens zodat de babyhersenen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door de geborgenheid die baby’s ervaren tijdens het buidelen worden de hartslag, de ademhaling en de temperatuur van een baby stabieler, het bespaart dus veel energie. Ook is door lichamelijk contact met je baby de afgifte van het groeihormoon hoger, wat de groei van je baby stimuleert. Veel lichaamscontact hebben met je baby is ook goed voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van je baby. Hoe vaker en hoe langer je kan en wil buidelen, hoe beter. Juist als je baby moe is, is (lang) buidelen de beste manier om aan te sterken. Tijdens buidelen kan je baby het makkelijkst in diepe slaap komen en blijven. Als je baby ouder wordt blijft buidelen een heel fijn rustmoment voor jou en je kind, maar later kan buidelen ook geëvenaard worden door allerlei andere momenten, zoals momenten van borstvoeding, in bad, of in draagdoek.
Houding bij buidelen: Tijdens het buidelen ligt je baby op zijn buik of zij tegen je blote borst. Samen liggen jullie niet plat, maar in een hoek, zodat de baby een beetje rechtop ligt. Je baby's armen zijn veelal gebogen met de handen in de buurt van het gezicht en de benen opgetrokken in een gebogen houding die de baby goed kent vanuit de baarmoeder. Je kan je baby ondersteunen met een hand op de rug en een hand onder de billen. Eventueel kan je tijdens het buidelen ook zachtjes zingen of iets voorlezen aan je baby. Je vertrouwde stem zal hem rustig maken. Het verplaatsen van je baby van en naar de couveuse kost voor je baby altijd wat energie. daarom zijn erg korte buidelmomenten (minder dan een uur) niet altijd wenselijk. Echter, door het overtillen heel rustig te doen en zoveel mogelijk op gelijke hoogte, kan je er ook voor zorgen dat ook de verplaatsing zo min mogelijk belastend is. Vraag aan de verpleegkundige om je hier in het begin mee te helpen, zodat je er steeds handiger in wordt en je het snel zelf kan. Zorg daarnaast voor schone kleding en probeer te voorkomen dat je vooraf gerookt hebt. Ook is het advies om geen parfum, aftershave of zeep met een geur te gebruiken.
De zorgprofessionals doen hun best om je zo snel mogelijk te betrekken en te begeleiden bij de verzorging van je baby. Het is normaal dat je dit nog spannend vindt, zeker als je baby nog klein is. Zij beginnen stap voor stap en je geeft zelf aan wat je prettig vindt. Je kunt je baby altijd ondersteunen tijdens de verzorging, zeker prematuren ervaren dit als prettig.
Het streven is om een zieke/te vroeg geboren pasgeborene met twee personen te verzorgen, liefst met ouders. De ondersteuning doe je met een vlakke hand. Streef naar een gebogen houding van je baby, waarbij de handen van je baby bij de mond gehouden kunnen worden. Dim het licht als dit mogelijk is of scherm de ogen met een hand of met een doekje af voor het felle licht. Bij tekenen van stress pauzeer je de handeling waar mogelijk en geef je je baby begrenzing met je handen. Probeer altijd contact te houden met je baby en vermijd het onverwachts loslaten. Het is handig om vóór de verzorging de spullen die je nodig hebt alvast klaar te leggen op het tafeltje naast de couveuse. Probeer niets op de couveuse te leggen.
Luier verschonen: Was voorafgaand je handen of gebruik handalcohol. Een luier verschonen is een prikkel voor je kind en kan vermoeiend zijn voor een premature/dysmature/zieke baby. De verpleegkundige zal je begeleiden en ondersteunen als je dit voor het eerst doet. Zorg dat je baby niet te veel afkoelt door eventueel de warmtelamp aan te doen en bescherm de ogen bij een te felle lichtbron. Als je baby nog erg klein is, dan wordt je baby meestal met zijn tweeën verzorgd. De verpleegkundigen begeleiden je zodat je eerst samen met een verpleegkundige de verzorging kan doen en zodra jij eraan toe bent, kun je dit zelf doen, samen met je partner. Laat je baby eventueel je vinger vasthouden, leg een hand tegen de rug of de billen (bij zijligging), onder de voeten of op het hoofd. De andere ouder (of de verpleegkundige) legt eerst alvast een schone luier onder je baby, en maakt daarna zachtjes de vieze luier los in gelijkmatige bewegingen en zorgt dat de plakstrip niet tegen zijn huid plakt. De billen worden van voor naar achter schoongemaakt met een billendoekje. Tijdens het luier verschonen blijf je naar je kind kijken en let je op signalen of tekenen van stress of vermoeidheid. Zo nodig stop je even om je kind te laten bijkomen. Na het verschonen leg je je baby weer comfortabel neer. De luier moet je vaak nog even bewaren om te wegen door de verpleegkundige. Tot slot was je weer je handen.
Baden: Op tijd geboren baby’s worden de eerste dag vaak nog niet gewassen, zodat het huidsmeer van de baby goed kan intrekken. Als je baby nog te ziek of te klein is, wordt het eerste badje vaak nog enige tijd uitgesteld, voor hen kan een wasbeurt namelijk een hoop energie kosten. Als het moment van het eerste badje eenmaal is aangebroken. Om het badje zo fijn en geborgen mogelijk te maken kun je een warme natte hydrofiel over het lichaam van je baby leggen in bad. Je merkt vaak het beste wat je baby fijn vindt. De eerste keren zal de verpleegkundige samen met jou het badje doen. De conditie van je kind bepaalt of het wassen gebeurt in de couveuse of in bad. Voor de meeste kinderen is 2x per week wassen voldoende
Eigen kleding: Een te vroeg geboren baby krijgt in de couveuse nog geen kleren aan, zonder kleding kan je baby goed geobserveerd worden. Er is kleding speciaal voor te vroeg geboren kinderen, de verpleegkundigen geven je graag advies want de huid van je kind is nog dun en teer, dus de stof en bijvoorbeeld de sluiting moet heel zacht zijn. Je kind mag kleding aan als hij hier sterk genoeg voor is, en geen bevochtiging meer nodig is in de couveuse. De verpleegkundige zal je begeleiden en helpen met het aan- en uitkleden. In verband met hygiëne is het verstandig om regelmatig schone kleding aan te doen; daarom is het raadzaam om meerdere kleren mee te nemen. Het advies is om de kleding op 60 graden te wassen en te drogen in droger. Bij voorkeur een neutraal wasmiddel zonder synthetische conserverings-, kleur- en geurstoffen (bijvoorbeeld neutral) gebruiken, Net als bij gewone babykleding komt de maat van babykleding van prematuren overeen met de lichaamslengte in centimeters. De collecties van de meeste babykleding merken beginnen bij maat 50, omdat dit de maat is die de meeste pasgeboren baby’s dragen. Er zijn ook merken/winkelketens die babykleding vanaf maat 44 verkopen, deze maat is vaak geschikt voor te vroeg geboren kinderen.
Knuffels, lakentje en geurdoekje: Verschillende onderzoeken laten zien dat stoffen knuffels de kans op een infectie vergroten.. Dit komt door de snelle groei van bacteriën in de knuffels. In sommige ziekenhuizen zijn knuffels niet toegestaan. Vaak is het wel mogelijk om een eigen lakentje en geurdoekje, liefst van glad materiaal (zonder knuffelhoofd) erop bij je baby te leggen. Deze moet 1x per dag gewassen worden. Je geurdoekje draag je tegen je lichaam aan en legt deze daarna bij je baby. Hij zal je geur ruiken en herkenning en vertrouwdheid ervaren. Wanneer je een kangoeroevest of een eigen vest gebruikt, moet je deze ook 1x per week wassen.
Fopspeen: Voor een zieke of te vroeg geboren baby kan een fopspeen een middel zijn om troost te vinden. Deze fopspeen wordt gebruikt bij onrust van je baby en bij het geven van sondevoeding. Wil je dit liever niet, geef dit dan aan bij de verpleegkundige. Het is dan wel goed om samen te zoeken naar mogelijke alternatieven.
Dagboek: Je kan zelf een dagboek maken. Dit dagboek geeft je achteraf een beeld van de opnameperiode op onze afdeling. In het dagboek kun je, naar behoefte, de bijzondere dingen die je meemaakt met je kind noteren en eventueel illustreren met foto’s. Het is ook mogelijk om bezoekers een stukje te laten schrijven. Wanneer de verpleegkundigen in de gelegenheid zijn, schrijven zij graag ook stukjes over je baby.
Als je baby te vroeg geboren wordt is de kans groot dat je kind in een couveuse komt te liggen aan verschillende slangetjes en monitoren. Dit kan een machteloos gevoel geven. Het liefst wil je je baby oppakken, tegen je aanhouden en mee naar huis nemen, maar dat laatste is nog niet mogelijk. Daardoor kun je een afstand voelen die het lastig maakt te troosten en te helpen. Ook de kwetsbaarheid van je baby kan angst en een schuldgevoel geven. Toch ben jij als ouder het allerbelangrijkste voor je baby. En je kan wel degelijk heel veel voor je baby doen. Je aanwezigheid, stemgeluid, geur en aanraking geeft voor je baby een gevoel van vertrouwen en herkenning. Alle andere omgevingsprikkels zijn nieuw, jij bent bekend terrein. Bij jou voelt je baby het minst stress. Bovendien kun jij het gedrag van je kind het beste leren begrijpen, want jullie kennen elkaar het beste. Waarschijnlijk is de ziekenhuisomgeving voor jou ook nieuw en het gedrag van een zieke of te vroeg geboren baby ook. Maar het zorgpersoneel kan je helpen het gedrag van je baby snel te leren begrijpen zoals alleen jij dat kan, zodat je leert op welke manieren je er kunt zijn voor je baby, zoals alleen jij dat kan.
Als een baby geboren wordt, krijgt hij plots te maken met zwaartekracht. Hij heeft nog niet zoveel spierkracht, en het is dus moeilijk om zijn romp, armen en benen gebogen te houden. De zogenaamde foetushouding, die prettig en veilig aanvoelt voor een baby, is voor een te vroeg geboren kind dus nog moeilijk om zelf aan te nemen. Ook is er meer geluid buiten dan binnen de baarmoeder en is het licht fel voor de ogen van je baby. De stap van de baarmoeder naar de couveuse is groot. Als ouder kun je helpen deze stap te verkleinen.
Je kunt dit bijvoorbeeld doen door zoveel mogelijk te buidelen, waarbij je borst de couveuse vervangt. Daardoor wordt de spannende nieuwe, stressvolle omgeving weer een vertrouwde omgeving. Maar ook als buidelen niet mogelijk is, kan je je baby helpen om de omgeving als minder stressvol te ervaren. Alleen al door er te zijn, want jij bent vertrouwd. Door bijvoorbeeld je baby te helpen de foetushouding die je baby in de baarmoeder had na te bootsen. Dit kan je als volgt doen: Als je kind op zijn zij ligt, ondersteun je met je ene hand het hoofd en je andere hand de voeten en de handen. De rug en de benen zijn hierbij gebogen. Ook in buik- en rugligging kan je je kind in deze houding positioneren. Fijn is dan om het hoofd, de handen en de voeten op één lijn te houden, de zogenaamde middenlijn oriëntatie. Vraag voor dit positioneren hulp van verpleegkundigen.
Ook wanneer je baby onrustig is, ben jij degene die het meest rust kan bieden. De onrust kan komen door een nieuwe situatie, pijn en stress. Onrust kan zich uiten door:
Je kunt je baby op zo’n moment troosten door een foetushouding te creëren maar bijvoorbeeld ook door je baby een vinger te laten vastpakken, een fopspeen aan te bieden of door rustig tegen je baby te praten. Tijdens oncomfortabele medische handelingen zijn dit belangrijke dingen om je baby op zijn gemak te stellen. Je kan ook vragen of je mag buidelen tijdens de medische handelingen, soms is dat mogelijk.
De borst van de ouder (moeder en/of vader/partner) is de gezondste plek voor de lichamelijke en emotionele ontwikkeling van een baby. Kortom: ouders zijn de belangrijkste personen in het leven van een pasgeborene, óók voor pasgeborenen die in het ziekenhuis zijn opgenomen. Je kan heel veel doen om je baby te troosten en het mooie is dat jij je door al deze handelingen ook mogelijk beter voelt.
Op de meeste afdelingen neonatologie is het gebruikelijk dat je als ouder betrokken bent bij de zorg van je kind. Je bent altijd welkom op de afdeling en mag actief deelnemen in de zorg van je baby. Een actieve rol als ouder is belangrijk, omdat je een onvervangbare rol hebt als ouder en je baby het beste (leert) kennen. Door goed naar je als ouder te luisteren en je te betrekken bij de behandeling en beslissingen, kunnen we samen nog betere zorg leveren. Natuurlijk wil je graag weten hoe het met je baby gaat en hoe de afgelopen dag en nacht verlopen zijn. Deze dingen worden besproken tijdens de visite. De visite is een moment in de ochtend, waarin samen met de arts en verpleegkundige wordt besproken hoe het met je kind gaat. De visite vindt in het begin vaak dagelijks plaats, en na een periode is de visite driemaal per week. Als ouder ben je in sommige afdelingen van harte welkom om bij deze visite aanwezig te zijn. Tijdens deze oudervisite krijg je de gelegenheid mee te denken in eventuele keuzes rondom de behandeling van je kind. De oudervisite duurt ongeveer 10-15 minuten. Als er na het bijwonen van de oudervisite nog andere vragen zijn, dan zullen deze op een ander moment door de verpleegkundige of arts beantwoord worden (bijv in het artsengesprek).
Baby’s hebben veel behoefte aan lichaamscontact. Het dragen van je baby in een draagdoek of ergonomische draagzak is een praktisch en gezellig hulpmiddel om de hechting tussen jou en je baby te helpen. Dragen zorgt voor meer interactie tussen jou en je baby; door de nabijheid leer je de signalen van je baby beter kennen en begrijpen. Onderzoek toont aan dat het dragen van je baby een veilige hechting stimuleert. Ook als het niet altijd lukt om te ontdekken wat de behoefte van je baby is, voelt je baby dat je er voor hem bent en voelt zich veilig. Daarnaast laten onderzoeken ook zien dat het dragen van je kind de duur van de borstvoedingsperiode en de frequentie van het voeden verhoogt.
Het dragen in een draagdoek is voor alle prematuren in principe geschikt, alleen zijn er voorwaarden aan verbonden:
•Minimale leeftijd: 35 weken
•Minimaal gewicht: 1800 gram
•Sondevoeding: tijdens de inlopende sondevoeding niet dragen in draagdoek
•Monitor: Indien de prematuur aan de monitor is verbonden, mag het dragen nog niet gestart worden.
Houding tijdens het dragen: Bij het dragen van je baby is het belangrijk dat de baby zo veel mogelijk ondersteund wordt in zijn natuurlijke houding. Sommige babydragers geven te weinig steun in de rug en nek of laten de benen "bungelen" wat het risico op heupdysplasie (afwijking van het heupgewricht) kan geven. Van een natuurlijk houding spreken we als je baby rechtop, met de benen gespreid, en de knieën hoger dan de billen in de draagdoek of drager zitten. Dit wordt ook wel de kikkerhouding genoemd.
Draagdoeken en dragers: Er zijn veel verschillende soorten draagdoeken en dragers op de markt. Laat je bij de aanschaf van een draagdoek of draagzak goed adviseren, eventueel door de kinderfysiotherapeut en verpleegkundige.