Het is normaal dat baby's in de eerste week ongeveer 10% van hun geboortegewicht verliezen. Zodra ze meer voeding krijgen, zullen ze weer gaan groeien. Soms blijft de groei achter en verloopt het minder snel dan verwacht. Dit kan gebeuren als een baby veel energie nodig heeft voor ademhalen, het regelen van de lichaamstemperatuur of herstel van ziekte. Ook kunnen onrijpe darmen voedingsstoffen minder goed opnemen. Daarnaast kunnen sommige medicijnen tijdelijk de groei remmen. Over het algemeen is het een goed teken als een baby goed groeit.

Om de groei te ondersteunen, kan moedermelk worden verrijkt met extra voedingsstoffen (breast milk fortifier, BMF). Als er geen moedermelk beschikbaar is, kan verrijkte kunstvoeding worden gegeven. Als een baby nog geen melk kan verdragen, wordt voeding via een infuus toegediend (totaal parenterale voeding, TPV).

Bij dysmature baby's is het niet altijd nodig om hun groei volledig in te halen volgens de standaard groeicurve. Het is belangrijker dat ze hun eigen groeilijn volgen. Er zijn aanwijzingen dat kinderen die in het eerste jaar te veel inhalen, later een grotere kans hebben op overgewicht. De kinderarts of jeugdarts kan hierover individueel advies geven.