Wij zijn er de hele reis van klein naar groot. Met informatie om je te ondersteunen als je kind te vroeg, te licht en ziek geboren wordt.
Vroeggeboorte: algemeen
Vroeggeboorte: algemeen
In Nederland worden elk jaar zo’n 12.000 baby’s te vroeg geboren. Bij een vroeggeboorte bevalt een zwangere (ruim) voor de uitgerekende datum. Dit is vaak een onzekere en spannende tijd.
Vroeggeboorte
Vroeggeboorte wordt ook wel prematuriteit genoemd. Een baby wordt een prematuur genoemd als hij geboren is voor de 37e zwangerschapsweek. Mogelijke oorzaken van een vroeggeboorte zijn: infectie bij moeder of kind, breken van de vliezen, meerlingzwangerschap, bloedverlies als gevolg van een voorliggende placenta of loslatende placenta, afwijkingen van de baarmoeder(mond), hoge bloeddruk bij de moeder of een eerdere vroeggeboorte. Hoe jonger de baby is bij de geboorte, des te groter de kans dat de baby ondersteuning nodig heeft op verschillende gebieden.
Kenmerken van een premature baby
Gewicht: het gewicht van een premature baby hangt af van het aantal zwangerschapsweken. Maar het kan ook zijn dat de baby minder goed gegroeid is in de baarmoeder en dus een relatief lager gewicht heeft passend bij de zwangerschapsduur. Hoe vroeger in de zwangerschap de baby geboren wordt, des te lager het gewicht. Alle baby’s kunnen na de geboorte ongeveer 10% van hun gewicht verliezen in de eerste paar dagen.
Huid en haar: Premature baby’s hebben nog weinig onderhuids vetweefsel. Dit vormt zich pas tijdens de laatste weken van de zwangerschap. De huid is vaak zeer dun en soms nog doorzichtig. Hierdoor zijn de onderliggende bloedvaten, spieren en vooral de ribben goed te zien. Door een relatief groot lichaamsoppervlak en de dunne huid is het voor je baby moeilijker om zijn temperatuur op peil te houden. Daarom worden ze in een couveuse gelegd om hun warmte goed vast te kunnen vasthouden. Voor de 32e zwangerschapsweek hebben baby’s een fijn laagje donshaar op hun lijfje wat we lanugo noemen. Het bevindt zich vooral op rug, schouders, armen en voorhoofd. Vanaf de 32e zwangerschapsweek verdwijnt deze beharing geleidelijk.
Lichaam: Premature baby’s hebben een relatief groot hoofd ten opzichte van de rest van het lichaam. Bij jongens zijn de testes (balletjes) vaak nog niet helemaal ingedaald en bij meisjes zijn de kleine schaamlippen nog niet bedekt door de grote schaamlippen. De spierkracht moet zich nog verder ontwikkelen. Tussen de 32 en 36 weken neemt de spierkracht toe en worden bewegingen krachtiger en kan een baby bijvoorbeeld ook krachtiger huilen.
Gehoor: Een premature baby kan al horen vanaf 23-25 weken en is erg gevoelig voor harde geluiden. Je baby vindt het dus prettig als je zachtjes met hem praat, en harde omgevingsgeluiden worden gedempt.
Ogen: Je baby ziet alleen nog maar zwart/wit en alleen contouren. In het begin kan de baby kijken tot maximaal 20 cm afstand. Naarmate je baby ouder wordt, zal ook de ontwikkeling van de ogen en de hersenen rijpen en kan hij steeds meer zien.
Maag-darmstelsel: het maag-darmstelsel van een premature baby is volledig ontwikkeld, maar nog onrijp. De maag is klein en kan daarom maar kleine hoeveelheden voeding verteren. De eerste ontlasting is vaak nog donkergroen en wat taai. De zuig- en slikreflex zijn vóór de 34e zwangerschapsweek meestal nog niet helemaal ontwikkeld. Vanaf de 33e-34e zwangerschapsweek leert de baby hoe de coördinatie verloopt van het ademen, zuigen en slikken. Dagelijks wordt bekeken hoeveel voeding je baby nodig heeft met behulp van het gewicht en groei.
Ook de manier waarop voeding wordt gegeven wordt dagelijks besproken. Als je baby in het begin nog niet zelf kan drinken, kan een slangetje naar de maag (maagsonde) of voeding via een infuus nodig zijn. Zie voor meer informatie het hoofdstuk 10 Voeding. Omdat premature baby’s nog weinig energievoorraad hebben, wordt de eerste periode na de geboorte regelmatig de bloedsuiker gemeten. Als de bloedsuiker te laag is, wordt vaak een infuus met glucose gegeven.
Longen: de longen van een premature baby zijn nog onrijp en dit hangt af van de zwangerschapsduur. De meeste baby’s jonger dan 30-34 weken hebben na de geboorte hulp nodig bij de ademhaling.
Ontwikkeling: de hersenen moeten nog groeien en uitrijpen en hierdoor zijn premature baby's bijvoorbeeld nog onrijp qua hun bewegingen en het voelen van zwaartekracht.
Gecorrigeerde leeftijd
Bij het volgen van de ontwikkeling van een vroeggeboren baby (<37 weken zwangerschapsduur) komt één begrip voortdurend terug: de gecorrigeerde leeftijd. De gecorrigeerde leeftijd is de leeftijd die je baby zou hebben als hij geboren zou zijn op de uitgerekende datum (40 weken). De leeftijd sinds geboorte wordt ook wel de kalenderleeftijd genoemd. De gecorrigeerde leeftijd kun je uitrekenen door het aantal weken dat je baby te vroeg is geboren, af te trekken van de kalenderleeftijd. Bijvoorbeeld: je baby is nu 12 weken oud (kalenderleeftijd) en 4 weken te vroeg geboren. De gecorrigeerde leeftijd is dan 8 weken (12 weken – 4 weken), oftewel 2 maanden. Wat de ontwikkeling betreft wordt je baby dus vergeleken met andere baby’s van 2 maanden. De gecorrigeerde leeftijd wordt in principe gebruikt tot de leeftijd van 2 jaar.
Mensen in je omgeving weten niet altijd wat een gecorrigeerde leeftijd is. Wordt dus niet onzeker als iemand vraagt waarom je baby nog niet lacht (“Hij is toch al 3 maanden?”). Je kunt dan uitleggen dat hij eigenlijk (gecorrigeerd) pas 2 maanden oud is.