Website Nieuw - nov 2024 logo

Wij zijn er de hele reis van klein naar groot. Om jouw belangen te behartigen als je te vroeg, te licht en ziek geboren was. 

Vroeggeboorte tweeling in 1978

Vroeggeboorte tweeling in 1978

Ervaringsverhaal van Tineke van der Veen (moeder van Sandra en Sylvia)

Door Tineke van der Veen (moeder van Sandra en Sylvia)

In het begin van mijn zwangerschap was ik heel misselijk en in de loop van de zwangerschap was ik uitzonderlijk vermoeid. Toen ik dat aangaf bij de verloskundige én bij de huisarts werd dit afgedaan als: “dat hoort erbij, zwangerschap is een gezonde ziekte”.

Ervaringsverhaal Tineke van der Veen

In het begin van de 30e week kreeg ik ‘s nachts buikpijn. Met deze klacht ging ik die ochtend naar de huisarts die mij adviseerde om wat rust te nemen tot ik enkele dagen later een afspraak had bij de verloskundige. De huisarts zou zelf ook nog contact opnemen met de verloskundige. In de loop van dezelfde dag werd de pijn in mijn buik en rug steeds heviger, en heb ik meerdere keren naar de verloskundige gebeld en gezegd dat “het niet goed gaat hier”. Zij had geen tijd om direct te komen, als ze klaar was met haar werk dan zou ze komen. Dat werd pas ‘s avonds om half tien. Op dat moment constateerde de verloskundige dat ik weeën had.

Snel naar het ziekenhuis

De ambulance kwam en binnen vijftien minuten arriveerde ik in het ziekenhuis, waar ik meteen weeënremmers kreeg. Enkele dagen daarna in de nacht van woensdag op donderdag zetten de weeën toch door. Ik zou eigenlijk die dag ook nog een bloedtransfusie krijgen want mijn Hb-gehalte was 4.5, daar was nu geen tijd meer voor. De bevalling ben ik dus ingegaan met dat lage Hb-gehalte.

Na de geboorte van onze dochter Sandra dacht de gynaecoloog dat hij toch nog eens de buik moest onderzoeken want “die buik was nog zo dik”. Dat bleek te kloppen, er was nóg een baby, dochter Sylvia. Onze tweeling werd na de geboorte samen in één couveuse naar de kinderafdeling gebracht. Ze wogen 1820 en 2040 gram en hadden een prachtig gewicht voor een zwangerschap van iets meer dan 30.5 week.

De eerste ontmoeting

Pas na ruim drie uur werd ik gehecht en gewassen. Uren heb ik, rillend van de kou, alleen in de verloskamer gelegen. Pas toen ik weer op zaal kwam, kreeg ik de broodnodige bloedtransfusie. Pas twee dagen later, op zaterdag, heb ik ze voor het eerst gezien. Aan mij werd toen gevraagd of ik een paar uurtjes per dag de wacht wilde houden bij de couveuse van Sandra, de eerstgeborene. Het was de bedoeling dat ik, als er een belletje ging, aan een soort rekverband trok, dit hing uit de couveuse en was verbonden met haar beentje. De rek aan haar beentje zou dan de ademhaling stimuleren. Het belletje ging af als de ademhaling stokte door haar nog onrijpe longetjes…Ik vond dit echt een ongepaste vraag en wilde deze verantwoordelijkheid niet dragen.

De tweeling lag samen in een kamer in hun couveuse. We mochten ze bezoeken tijdens de bezoekuren: van 10.30-11.00, van 14.30-15.30 en van 19.00-20.00. Maar er werd niet moeilijk gedaan als ik er wat langer was. Er was geen mogelijkheid tot buidelen. De kindjes werden wel goed en liefdevol verzorgd naar de maatstaven van toen. Borstvoeding geven was op geen enkele manier aan de orde. Toen de borstvoeding op gang kwam, werden mijn borsten afgebonden. Toen ze eenmaal in warmtebedjes lagen, mochten we flesjes geven en ze in bad doen.

te vroeg geboren volwassenen

Samen naar huis

Sandra en Sylvia waren beiden thuis voor de uitgerekende datum, met een tussen poos van twee weken. We merkten duidelijk dat ze, toen ze thuis herenigd waren, meer ontspannen waren. Dat was zo bijzonder! Hun ontwikkeling ging voorspoedig en na anderhalf jaar was er geen ontwikkelingsachterstand meer.

Het is moeilijk om aan te geven of bepaalde eigenschappen toe te schrijven zijn aan hun vroeggeboorte of aan hun karakter. Ze zijn beiden universitair geschoold, dus ik durf wel te stellen dat ze geen ernstige cognitieve schade hebben opgelopen door hun vroeggeboorte. Door de positief verlopen ontwikkeling van de beide meisjes zijn alle zorgen en negatieve ervaringen rondom deze zwangerschap wel vervaagd. Mijn wens voor de toekomst is wel dat er zorgvuldig wordt omgegaan met de grens tussen wel of niet levensvatbaar.

Door dochters Sandra en Sylvia 

Sylvia: “Onze moeder is altijd heel duidelijk geweest over onze vroeggeboorte. Ze sprak er realistisch over, zonder extra lading. Ze heeft nooit haar verdriet daarover op ons overgebracht.” Sylvia vertelt verder: “Ik vond het zelf wel altijd heel verdrietig dat ze ons pas twee dagen na onze geboorte voor het eerst gezien heeft. Maar echt ervaren hoe dat voelt, kon ik pas toen onze eigen dochter veel te vroeg geboren werd en ik haar ook pas een dag later te zien kreeg. Onze moeder heeft vroeger ook wel eens verteld dat haar door de kinderarts werd geadviseerd om nog geen geboortekaartjes te versturen. De realiteit daarvan, is als kind in ieder geval nooit echt binnengekomen. Het was meer een gegeven, absoluut geen verdrietig verhaal, want wij zijn er.”

te vroeg geboren volwassenen

Een leuk geboorteverhaal

Gelukkig hebben wij beiden ogenschijnlijk niets aan onze vroeggeboorte overgehouden, onze moeder zei altijd heel trots dat ze zo blij is dat we het na een zwangerschap van 30 weken zo goed deden. Ze zei dan soms lachend: “wie weet hoe goed het met jullie zou gaan als jullie voldragen waren geweest”. We zijn daar heel dankbaar voor. Ons geboorteverhaal was vooral leuk, omdat we een onverwachte tweeling zijn. In 1978 kon je nog een tweelingverzekering afsluiten bij de V&D. Onze moeder was de enige van haar zwangerschapsgym groepje die dit gedaan had. Je kreeg dan de babyuitzet dubbel als je onverwacht een tweeling kreeg! Leuk was het, om daarover te praten. Ook dat onze ouders nog een tweede naam moesten uitkiezen voor een onverwachte extra dochter.”

te vroeg geboren volwassenen

Een goede afloop

“We merken eigenlijk weinig van onze eigen vroeggeboorte in ons huidige leven”. Sandra heeft geen contact met andere lotgenoten en kent buiten haar tweelingzus en nichtje geen anderen te vroeg geborenen.

Sylvia zet zich actief in voor Care4Neo, vanuit haar ervaringsdeskundigheid en haar medische wetenschappelijke achtergrond. “Voor mij is het inspirerend om iets te doen met mijn eigen ervaring met vroeggeboorte, mijn kennis helpt mij om me in te zetten voor een bredere groep. Ook voor degenen die na een vroeggeboorte wel dagelijks te maken hebben met beperkingen. Zoals onze dochter”.

Sandra vertelt: “Ik merk zelf voor zover ik kan inschatten eigenlijk niets van mijn vroeggeboorte. Ik heb soms moeite met voldoende diep ademhalen, maar of dat te herleiden is naar een vroeggeboorte weet ik niet. Ik vind het wel vervelend dat ik te vroeg geboren ben, want het lijkt me dat doorgroeien in de ‘oorspronkelijke’ omgeving beter is dan alleen in een couveuse liggen”.

Sylvia vult aan: “Soms is groeien buiten de baarmoeder beter en is geboorte noodzakelijk om leven te redden, zoals bij mijn dochter. Maar eenzaam in een couveuse liggen is inderdaad niet gunstig voor de ontwikkeling. We weten uit veel onderzoek dat nabijheid van ouders en aanraking heel belangrijk is voor hechting, en daarmee ook voor de psychosociale gezondheid. Huid-op-huidcontact is een belangrijk onderdeel van goede neonatale zorg.” Voor de toekomst hoopt de tweeling vooral dat de kwaliteit van zorg wereldwijd op een goed niveau komt, en ook capaciteitsproblemen, die er soms in Nederland zijn, niet meer zullen voorkomen.

Terug naar boven