Wij zijn er de hele reis van klein naar groot. Met informatie om je te ondersteunen als je kind te vroeg, te licht en ziek geboren wordt.
Eerste jaar
-
Het RS-virus (Respiratoir Syncytieel Virus)
Het RS-virus (Respiratoir Syncytieel Virus) is het meest voorkomende verkoudheidsvirus bij jonge kinderen. Het komt meestal voor in de winter, van november tot en met maart. De piekmaanden zijn vaak december en januari.
-
Vaccinaties
Het Rijksvaccinatieprogramma wordt sinds 1957 uitgevoerd om kinderen te beschermen tegen een aantal (ernstige) infectieziekten. Omdat sommige van de ziekten waartegen gevaccineerd wordt inmiddels niet of nauwelijks meer in Nederland voorkomen, wordt soms vergeten dat deze ziekten vroeger veel leed veroorzaakten en belangrijke doodsoorzaken waren.
-
Couveusenazorgbureau
Een groeiend aantal ziekenhuizen is zich bewust van de speciale problematiek van kinderen die een complexe geboorte hebben gehad danwel op een neonatologieafdeling zijn opgenomen.
-
Consultatiebureau
Het is in Nederland een algemeen gebruik dat alle kinderen gedurende hun eerste jaren op een consultatiebureau voor zuigelingen gecontroleerd worden. Ook kinderen die nog onder controle staan van de kinderarts, kunnen op het consultatiebureau terecht.
-
Kinderarts
Veel ouders vinden het prettig en vertrouwd om hun kind te laten controleren door de kinderarts van het ziekenhuis waar hun kind zo’n tijd onder behandeling is geweest. Als je in de ziekenhuisperiode een bepaalde relatie met elkaar hebt opgebouwd, kan het makkelijker zijn hem of haar vragen te stellen of je ongerustheid te uiten.
-
Huisarts
Als je kind eenmaal thuis is, is de huisarts het eerste aanspreekpunt bij medische vragen. Voor algemene en acute problemen is de huisarts de aangewezen medicus. Is je kind ziek, verkouden, drinkt het slecht of heeft hij last van obstipatie? Naar de huisarts!
-
Follow-up
Alle kinderen die vanuit de neonatologieafdeling naar huis gaan, moeten regelmatig gezien worden door de kinderarts omdat ze vaak nog kwetsbaar zijn. En als ze op een NICU gelegen hebben, wil de neonatoloog daar ze ook nog vaak terugzien (follow-up).
-
Babymassage
Babymassage is gerichte, aandachtige aanraking van de baby. Over de hele wereld masseren ouders hun baby. Door te masseren, verdiepen zij het contact met hun kindje, geven ze het meer zelfvertrouwen, stimuleren ze de motorische ontwikkeling en een gezonde stofwisseling en geven ze hun kindje een goede voedingsbodem om in op te groeien.
-
TOP-programma
Het TOP-programma is bedoeld voor alle ouders in Nederland met een baby die is geboren met een zwangerschapsduur die korter is dan 32 weken en/of met een geboortegewicht onder de 1500 gram.
-
Huilbaby
Kinderen die een moeilijke start hebben gehad, zijn vaak prikkelbaar. En prikkelbare kinderen worden soms huilbaby’s. De definitie van een huilbaby is een baby die meer dan drie uur huilt op ten minste drie dagen per week en dat drie weken achter elkaar.
-
Huilen
De tijd op de neonatologie-afdeling is geen pretje geweest voor een pasgeboren kind. Er is veel geprikt, er zijn slangetjes ingebracht, het kind heeft pijn gehad en er was vaak veel licht en herrie op tijden dat het kind wilde slapen, ondanks alle goede bedoelingen van de verzorgers.
-
Slapen
Misschien heb je een wiegje voor je kind of een ledikantje. Vooral die laatste kunnen erg groot zijn. Het is prettig als je een begrenzing voor je kind kunt maken, zeker als hij nog erg klein is en zijn bedje groot.
-
Liesbreuk/navelbreuk
Een navelbreuk kan voorkomen bij alle pasgeborenen, maar prematuren zijn er extra gevoelig voor. De navel puilt dan naar buiten. Je hoeft je geen zorgen te maken, je hoeft het niet naar binnen te drukken, je hoeft er niks aan te doen. Het komt na verloop van tijd altijd weer goed.
-
Vatbaarheid
Veel kinderen zijn extra vatbaar. Ze zullen misschien niet váker een verkoudheid of een ander virusje oplopen, maar ze zijn er wel zieker van. Dat geldt vooral voor kinderen die geboren zijn met onrijpe longen. Is een kind normaal gesproken verkouden en snotterig van een virusje, bij couveusekinderen wordt het sneller een bronchitis of longontsteking. Advies is dan ook om je sneller bij de dokter te melden, niet te lang mee rondlopen.
-
Zuurstof
Als je kind BPD heeft of een CLD (Chronische Longziekte) heeft het mogelijk nog extra zuurstof nodig. Ook dat is niet makkelijk voor ouders: je kind heeft veel extra zorg nodig en dat moet je niet onderschatten. De meeste kinderen met BPD hebben lang in het ziekenhuis gelegen.
-
Stoma
Als je kind een Necrotiserende Enterocolitis (NEC) heeft doorgemaakt en daaraan geopereerd is, heeft het mogelijk nog een stoma. NEC komt voornamelijk voor bij te vroeg geboren baby’s en zorgt voor ontstekingen in de darmen. Deze ontstekingen kunnen zo heftig verlopen dat een deel van de darm afsterft en met behulp van een operatie verwijderd moet worden.
-
Sonde
Het kan zijn dat je kind nog niet zelf kan drinken en naar huis gaan met een sonde. Sondes worden vaak ingebracht via de neus, mond, keel of soms direct in de maag of darmen.
-
Thuismonitor
Soms ‘vergeet’ een kindje te ademen en krijgt het een apneu, een (korte) ademstilstand. Als reactie daarop kan de hartslag dalen. Dat heet een bradycardie.
-
Contact maken
Thuis kan de omgang met een kindje dat in de couveuse gelegen heeft moeizamer verlopen dan met een baby die een normale start had. Iedereen herkent vast dat het eerste contact en het opbouwen van een band tussen ouders en couveusekinderen anders is dan die van ouders en op tijd geboren kinderen.
-
Thuis wennen
Na thuiskomst maak je je kind voor het eerst dag en nacht mee. Veel ouders moeten eerst nog wennen aan hun baby, vertrouwd raken met de geluidjes en de verschillende manieren van huilen leren herkennen.
-
Het vervoer naar huis
Om een baby veilig te kunnen vervoeren, heb je een Maxi-Cosi of ander babyautostoeltje nodig. Een baby mag nooit los in een auto worden vervoerd, ook niet in een reiswieg op de achterbank. Zelfs niet als deze vastgezet kan worden: je kind ligt er tenslotte los in.
-
De voorbereidingen voor thuiskomst
In het hele huis zijn de sporen van je kind te vinden: de maxi-cosi, flesjes, voeding, kleertjes, luiers, verzorgingsproducten en knuffeltjes. Het ruikt in huis ook naar baby. Dat speciale luchtje van zijn of haar voeding, crème, zeep, en ook: de luiers. Kortom, je kind is thuis, en woont niet alleen in de babykamer, maar in je hele huis.
-
Werken na de neo
Werk combineren met de zorg voor een kwetsbaar kind is vaak complex. Terwijl aan het werk blijven voor veel ouders essentieel is. Niet alleen vanwege het inkomen, maar ook om een ‘eigen’ leven te hebben naast de zorg voor het kind.
-
TOP-programma
Het TOP-programma is bedoeld voor alle ouders in Nederland met een baby die is geboren met een zwangerschapsduur die korter is dan 32 weken en/of met een geboortegewicht onder de 1500 gram.
-
Nazorg
Door vroeggeboorte, aangeboren afwijkingen of problemen vóór of rondom de bevalling is je baby op een afdeling neonatologie opgenomen geweest. Dat was voor jou als ouder vast een spannende en intensieve tijd.
-
Tips voor thuis
Wat fijn dat je baby bijna naar huis mag, voor veel ouders is dit een spannend moment. Hieronder kun je tips en informatie lezen als je baby thuis is.
-
Steun: de kracht van Ouders voor Ouders
Bij Care4Neo weten we dat de eerste periode na de geboorte van een kind moeilijk kan zijn, vooral als de start niet makkelijk was. Daarom bieden we de beste zorg en ondersteuning voor jou en je gezin. Een belangrijk onderdeel hiervan is ons Ouders voor Ouders programma. Ontwikkeld om je te helpen tijdens het eerste uitdagende levensjaar van je kind. Bijvoorbeeld met een buddy die bij jouw situatie past.