PRIDICT BPD

Deze studie onderzoekt of moleculen in uitademingslucht en bijnierschorshormoon in bloed in de eerste levensweek BPD kunnen voorspellen.

Bij de ontwikkeling van bronchopulmonale dysplasie (BPD), een chronische longziekte die vooral bij te vroeg geboren baby's voorkomt, speelt de balans tussen ontsteking (inflammatie) en de respons van de bijnier een belangrijke rol.

Inflammatie kan worden gemeten in de uitademingslucht van de baby. Bij ontsteking produceren de bijnieren normaal gesproken het stresshormoon cortisol, dat helpt om ontstekingsreacties te onderdrukken. 

We hopen door metingen in de uitademingslucht in de toekomst gerichter en daardoor beter kinderen te kunnen behandelen en BPD te vóórkomen.

Bij te vroeg geboren kinderen werken de bijnieren minder effectief, waardoor ze minder cortisol aanmaken. Als gevolg hiervan worden ontstekingsreacties onvoldoende onderdrukt, en kan na enkele weken BPD ontstaan. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de longfunctie, maar kan ook de neurologische ontwikkeling van het kind beïnvloeden.

Een mogelijke behandeling om BPD te voorkomen is het toedienen van corticosteroïden, medicijnen die werken als kunstmatige stresshormonen. Hoewel deze behandeling effectief kan zijn in het onderdrukken van ontsteking, zijn er ook nadelen aan het gebruik van corticosteroïden, zoals mogelijke bijwerkingen op de lange termijn.

Om deze risico’s te beperken, is het belangrijk om bij elk kind zorgvuldig het risico op BPD in te schatten, zodat alleen kinderen met een hoog risico worden behandeld en onnodige medicatie wordt vermeden.  Momenteel blijft echter een groot aantal kinderen die uiteindelijk BPD ontwikkelen onbehandeld, omdat artsen het risico op BPD vaak moeilijk kunnen inschatten. Hierdoor wordt BPD niet altijd voorkomen en blijven veel kinderen kwetsbaar voor de gevolgen van deze longziekte

Het onderzoek wordt in de eerste 2 weken na geboorte uitgevoerd en vindt plaats op de afdeling IC Neonatologie. Ouders van kinderen die geboren zijn bij een zwangerschapsduur onder de 30 weken zullen informatie krijgen over het onderzoek van hun behandelend arts of van een onderzoeker.

 Als ouders toestemming geven voor deelname aan het onderzoek, zal er tijdens de opname in totaal 3 keer een minimale hoeveelheid bloed worden afgenomen en 3 keer uitademingslucht worden verzameld. Dit combineren we altijd met de standaard zorg, waardoor kinderen dus niet extra geprikt hoeven te worden.

In het bloed worden verschillende bijnierhormonen (waaronder cortisol) gemeten. In de uitademingslucht wordt gekeken naar ontsteking in de longen.  

Daarnaast wordt er bloed uit de navelstreng en weefsel uit de placenta (moederkoek) verzameld. Stukjes erfelijk materiaal die van invloed kunnen zijn op de longontwikkeling van te vroeg geboren kinderen worden onderzocht.